Met stijgende verbazing zie ik als ex-pensioenfonds bestuurder de discussie over de nieuwe pensioen wet. De overgang naar een nieuwe pensioencontract is zeer slecht voor de werknemers en gepensioneerden. Het lijkt een groot voordeel voor werkgevers, maar het venijn voor de werkgevers zit in de transformatie. Feitelijk verdoezelt de overheid de diefstal van pensioen en pensioenopbouw in de termijn van 2006 t/m 2022. Een parlementaire enquête is nodig om de schade in beeld te brengen en de verantwoordelijken aan te wijzen.
Als er één aspect duidelijk is in de Nieuwe Pensioenwet, dan is dat de rekenrente in overeenstemming gebracht wordt met de EU regels in IORP II. Daarin wordt een minimum en maximum rekenrente genoemd. De rekenrente dictatuur van DNB vervalt, maar heeft miljoenen te weinig pensioen uitkering en miljoenen werknemers te weinig pensioen opbouw gegeven. Indexering had plaats kunnen vinden en gepensioneerden hadden minimaal 60% meer uitkering gehad. U heeft de regels van de Europese IORP onvoldoende toegepast ten nadele van de werknemers.
Een deel van de IORP II tekst “Een prudente berekening van de technische voorzieningen is van wezenlijk belang om ervoor te zorgen dat zowel op korte als op lange termijn aan de pensioenverplichtingen kan worden voldaan. De maximale rentevoeten moeten prudent worden gekozen overeenkomstig relevante nationale voorschriften. Het minimumbedrag van de technische voorzieningen moet toereikend zijn om de uitbetaling van de reeds verschuldigde uitkeringen aan pensioengerechtigden te kunnen voortzetten en de verplichtingen weergeven die uit de opgebouwde pensioenrechten van de deelnemers voortvloeien.”
Maar u heeft als overheid voor de contant waarde berekening ook via een sovjet methode gemorreld aan het aantal jaren voor sterf leeftijd. Bij een normale rekenrente en een normaal aantal jaren zou er 60% meer uitkering zijn. Dat komt niet in de Memorie van Toelichting naar voor. Ik licht dat toe in punt 8.
In de Memorie van Toelichting zijn onvoldoende de risico’s van het recht op eigendom en verworven rechten van indexering toegelicht. Elke pensioengerechtigde moet individueel toestemming geven voor de waarde overdracht en de vergoeding voor de indexering en voor de gepensioneerden zal het verworven recht van het bestaande pensioen en indexering blijven bestaan.
Sinds de Pensioenwet wijziging van 2006 door CDA er Aart Jan de Geus is de De Nederlandse Bank (DNB) aangewezen als toezichthouder, maar ook als beleidmaker omdat DNB de rekenrente bepaalde voor de berekening van de Voorziening Langlopende Pensioen verplichtingen, een belangrijke factor voor de dekkingsgraad. DNB had daarmee een dubbele pet en voerde de afgelopen jaren een sovjet regime naar de pensioenfondsen. Inclusief zwartmakerij in de dagbladen, infiltratie van gewezen medewerkers (van DNB en AFM) bij pensioenfondsen, sterfconstructies voor bedrijf pensioenfondsen, dwingend rente afdekking opleggen via renteswaps en bangmakerij van individuele pensioenfondsen. Je hoort geen pensioenfonds bestuurders, omdat je bij kritiek op het nieuwe systeem DNB je als pensioenfonds bestuurder annuleert. Ja, DNB moet ook toestemming geven voor je als pensioenfonds bestuurder.
De rendementen van de pensioenfondsen waren gemiddeld 9%. De rekenrente bleef lang zeer laag op 0% en nu 2,1%. Ik heb de rente ontwikkeling jaren gevolgd. Opmerkelijk was dat DNB een hele afdeling heeft om de rente termijn structuur op te stellen, terwijl de rente op het eind van de maand gelijk liep met de 30jaars Euro swap rente.
Bij de berekening van de contante waarde voor de uitkering uitgaan van de zeer lage rekenrente van de afgelopen jaren was faliekant fout. De pensioen uitkeringen waren daarmee veel te laag. Ik berekende dat het 60% te laag waren. Bijgaand de berekening. De contante waarde voor de uitkering had berekend moeten zijn op het gemiddelde rendement van de beleggingen of op maximaal 4%. Een minimum van 2% had ook in de FTK artikel 2.2 opgenomen kunnen zijn.
Het CDA van Balkenende voorzag in 2006 de Nederlandse en EU financiële problemen. De nieuwe belasting systematiek van 2001 had teveel uitgaven aan heffingskortingen. Dus maakte Balkenende een aanvullende AOW wet, die de helft van de AOW volksverzekering premie en twee derde van de toenmalige AWBZ volksverzekering premie toedeelde aan de Belasting heffingskortingen. Dat is nu nog zo. Sinds 2012 staat de 17,9% AOW premie die 48 miljard opbrengt en 41 miljard kost niet meer op de loonstroken. En wordt nog steeds de helft van de AOW premie gebruikt voor Belasting heffingskortingen. Feitelijk steelt u de helft van de AOW premie. Zie publicatie Algemene Rekenkamer “Fiscalisering AOW niet door vergrijzing“
En dan de EU problemen, de zuidelijke Euro landen gingen bijna failliet door de hoge rente. Ook nu nog. Diegene die de Pensioenwet van 2006 invoerden wisten dat de ECB de rente gekoppeld aan de pensioenen zou verminderen naar nul.
U als parlement zit er voor de burger. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het kabinet en DNB de gepensioneerden en werkenden onterecht aan de bedelstaf bracht zijn door foute wetten van het verleden? Gepensioneerden hebben namelijk helemaal niet de gegarandeerde 70% van het middelloon als uitkering ontvangen. Was het de VOC mentaliteit van het CDA ten tijde van Balkenende? Die de slavernij terug wilde brengen? Of is de geest van de VOC slavernij mentaliteit nu neergedaald bij de CU, CDA, D66 en VVD?
Het is opmerkelijk dat ook de theoretische hoogleraren niet weten hoe de pensioen praktijk werkt. Ik zet enkele andere punten op een rij die in het Tweede Kamer voorstel niet kloppen.
1. Iedere deelnemer in een pensioenfonds heeft al een persoonlijk pensioen kapitaal. Dat is geen voordeel van de nieuwe wet. Bij uitkering of waarde overdracht komt het opgebouwd pensioen kapitaal vrij. Bij uitkering wordt het kapitaal uitgerekend met een rendement of rente uitgesmeerd over de resterende levensjaren via de sterfte prognose tafel van het Actuarieel Genootschap (AG2022). Daar kom ik later op terug.
2. De pensioenpot kan niet opnieuw verdeeld worden. Allerlei juridische constructies om de pensioenpot opnieuw te verdelen zijn gedoemd te falen. Ieder heeft al een vaststaand pensioen kapitaal. Dat is zo in de pensioen reglementen geregeld en kan juridisch niet met terugwerkende kracht herverdeeld. Pensioen uitkeringen staan vast. Hoe heeft het zover kunnen komen dat u als overheid het pensioen kapitaal gaat herverdelen van de deelnemers? Het aanvullend pensioen is van de werknemers / deelnemers en opgebouwd door de werkgevers.
3. De doorsnee premie regeling vervalt. De leeftijd onafhankelijke degressieve opbouw is niet realistisch. De doorsnee premie wordt vervangen door een progressieve staffel regeling. Dat begint voor jongeren laag (4%) en is voor ouderen hoog (27%) Dat lijkt een zeer groot voordeel voor de werkgevers en een zeer groot nadeel voor werknemers. Als een werknemer op oudere leeftijd ontslagen wordt of niet meer kan werken, mist de werknemer pensioen opbouw. Maar bij de pensioen contract transitie dient de werkgever (niet het pensioenfonds) recht te doen aan het verworven recht van de indexering.
4. De volatiele rekenrente komt vast te staan. Gelieve deze DNB marktrente methode niet meer risicovrij te noemen. Pensioenfondsen hebben de meeste risico’s gelopen met deze idiote rekenrente methode voor de contante waarde en voorziening langlopende verplichtingen.
De rekenrente eind 2021 was 0,5% , is nu 2,1% en zal naar 3% stijgen. Dat geeft een rente winst van 50%. Een vaste rekenrente is wat pensioenfondsen nodig hebben, gewoon weer de pensioen verplichtingen uitrekenen op 4%. En wat is de rekenrente nu eenmaal? Een virtuele passieve balans waardering van langlopende verplichtingen. Wijzig het FTP artikel 2.2 dat de contante waarde op 4% staat en alle leed is geleden.
5. De memorie van toelichting geeft een fuzzy premie opbouw wijziging, die uitmondt in een staffel methode van een DC regeling. De niet realistische leeftijd onafhankelijke premie met degressieve opbouw kan vervallen. U dient de leeftijdafhankelijke progressieve staffel opbouw te vergelijken met de doorsnee premie. De DC staffel premie heeft als nadeel dat een oudere medewerker te duur wordt voor de werkgever en ontslag krijgt. Dan stopt de opbouw vroegtijdig. Slecht voor de deelnemers.
6. Er is een dubbele agenda van de overheid. Met de nieuwe Pensioenwet komt er een nieuw pensioen contract. Dat betekent dat de aspecten van de oude pensioen overeenkomst besproken worden. Waaronder de indexering. Aangezien bij de grote pensioenfondsen bestuursleden vervangen zijn door “onafhankelijke” met een achtergrond bij de overheid (DNB/AFM) zal het bestuur indexering als te hoog risico zien. Pensioen verzekeraars zullen als wolven de pensioenfondsen opeten, omdat de premieregeling dezelfde wordt en de indexering is weggepoetst. De nieuwe Pensioenwet zal de pensioen verzekeraars herkapitaliseren.
7. Men vergeet dat indexering voor gepensioneerden en deelnemers verworven rechten zijn. Als de indexering in het nieuwe contract vervalt, kost het de werkgever, niet de pensioenfondsen, veel geld. De rechten van het oude contract blijven namelijk gelden. U stelt wel dat die vervangen worden, maar dat kan juridisch niet zomaar volgens het privaat en eigendom recht. De werkgever moet elk jaar op basis van het opgebouwd pensioen kapitaal per de einddatum van het oude pensioen contract de indexering uitbetalen. Een deelnemer (leraar of zorg medewerker) met een kapitaal van €200.000 en een indexering van 2,5% krijgt elk jaar €5.000.
8. De pensioenfondsen moeten al vanaf 2010 rekenen met te hoge leeftijd in de sterfte prognoses. De pensioen uitkering wordt met het opgebouwd pensioen kapitaal uitgerekend met de sterfte prognose naar een bruto bedrag per jaar en maand. Een te hoge sterfte prognose geeft een te laag pensioen. In 2010 kwam een medewerker van DNB het Actuarieel Genootschap (AG) binnenstormen met een spreadsheet. Dat het AG de prognose tafel zo in moest stellen of dat er anders maatregelen volgden.
Het DNB model is de basis voor de Prognosetafel AG 2010-2060, die op 30 augustus 2010 is gepubliceerd. De aanbevelingen van de commissie van externe deskundigen bij de Prognosetafel AG 2010-2060 zijn leidend geweest bij de totstandkoming van de Prognosetafel AG 2012-2062. Over vermenging van functies en sovjet regime van DNB gesproken!
8.1. De echte gemiddelde leeftijd bij overlijden is voor mannen 77 en voor vrouwen 81 jaar. Voor lagere geschoolden 5 jaar lager dan voor hogere, dus voor mannen 72 en voor vrouwen 76 jaar. Dat betekent dat een lager geschoolde man slechts 5 jaar van het pensioen kan genieten en dan nog vaak met chronische klachten. In Nederland werd in 2022 gerekend met een levensverwachting van 65-jarige man 83 en voor vrouwen 86 jaar. Dat is 5 jaar te hoog.
8.2. De AOW leeftijd is veel te hoog ingesteld. Lager geschoolden beginnen op 16 jaar te werken en moeten 50 jaar werken. Ze genieten ook nog eens korter van het pensioen met een te laag bedrag. Hoger geschoolden beginnen op 26 jaar te werken, werken 40 jaar en genieten 5 jaar langer en gezonder van het pensioen.
8.3. De AG2022 sterfte prognose geeft een sterfte leeftijd van 90 jaar voor mannen en 93 jaar voor vrouwen. Dat ondanks 7% meer sterfte onder ouderen vanwege corona. De pensioenfondsen moeten van DNB rekenen met een 13 jaar te hoge leeftijd bij het uitrekenen van de contante waarde voor de bruto pensioen uitkering.